dinsdag 11 februari 2014

In dialoog met de toevalligheden van het leven



Al zolang ik me kan herinneren, sprong ik bij momenten van weemoed met pak en zak op de fiets om dat gevoel kwijt te raken aan het water van de rivier. Ik reed stroomopwaarts langs de Scheldedijk maar tegen de tijd dat de Durmemonding in zicht kwam, zat ik al neuriënd in het zadel. De stroom had mijn beslommeringen verzwolgen. Het werkte iedere keer.



Vandaag werd ik uitzonderlijk weer naar de waterkant gedreven. Waarom? Dat is een tè lang verhaal. Mijn gemoed voelde zo zwaar als het dreigende wolkendek boven mijn hoofd. De kraaien krasten in de bomen langs de weg en schreeuwende meeuwen hingen laag, vechtend tegen de wind, ik tegen mijn tranen. Soms is het water tussen twee mensen té diep en het verdriet met de jaren zo gegroeid dat het niet meer weg te fietsen valt. We willen zoveel herinneren, maar soms wou ik dat we ook eens vergeten konden. Dat we opnieuw begonnen vanaf een wit blad, met een schone lei. Ik vond een vuilnisbak aan het veer en heb er alle nare gedachten in achter gelaten, me afvragend; wanneer jij? 

Het antwoord was een genadeloze regenbui ...




De kladversie van dit verhaal ♦ ligt hier, onder een verwelkte hyacint    











5 opmerkingen:

Lieve bezoeker,

Krabbel hier maar uw gedacht neer.
Ik kan altijd iets bijleren.

Alvast bedankt en nog een prettige dag gewenst.

- Dauw -